De woensdag wandelclub struikelt over de peren waar eens de Emdaborg stond.

Ik trek de gordijnen open en de zon lacht me tegemoet. Ik word er blij van. Zo vaak is het hier in het noorden grijs, de zon komt dan niet door de mist heen. Maar toch geeft ook juist die stille herfst met flarden mist iets extra’s. Ik kijk naar de warme herfsttinten van felrood oranje, okergeel en roestbruin met een gouden gloed van de zon. Ja, ik houd van de herfst.
We treffen het want we gaan weer wandelen met de woensdag wandelclub, juist nu de herfst op zijn mooist is.
Ik ben benieuwd want Ali, die zoveel over de historie van ons woongebied kent, weet waar we naartoe gaan.

Herfstblad van Ali's tamme kastanje.
Herfstblad van Ali’s tamme kastanje.

We lopen over een tapijt van ritselende knisperende rode en bruine bladeren naar haar huis. Een mand met tamme kastanjes en een papier waar op te lezen is ‘Gratis’ staat uitnodigend voor de deur. Daar gaan ze, de dappere wandelaars. Achter elkaar, al pratend, twee aan twee lopen we over steeds maar bladeren langs de lanen versierd in herfsttooi.

Langs minder bekende lanen lijkt het alsof we ongemerkt in een ander bosrijk gebied zijn beland. De zon schittert in mijn ogen. Ik zie paadjes bedekt met kleurige bladeren. Zo te zien komt hier niemand. Onder het bruine blad zien we frisgroen gras. Altijd weer is het een verrassing om zo dicht bij huis op een plek te komen die je niet of amper kent. Wat heerlijk dat er nog ruimte en groen om ons heen is! We lopen nog wat brede paden af van links naar rechts en daar, in de verte zien we een hoge berg waar grond wordt weg gehaald.
“Daar worden heel wat nieuwe huizen gebouwd en er wordt nog meer grond bouwrijp gemaakt,” horen we Ali zeggen. ” Wat jammer nou, er verdwijnt zoveel groen, blijft er nog wel iets over dat ongerept is?” vragen we ons hardop af. We zijn er stil van.

Lopen langs de boomsingels in de buurt van de vroegere Emdaborg.
Lopen langs de boomsingels in de buurt van de vroegere Emdaborg.

We lopen verder langs mannen die in een boomwal aan het werk zijn. “Daar is het nat hoor,” vertellen ze ons. Maar Ali en wij zijn nieuwsgierig naar de boomgaard die hier eens lang geleden moet zijn geweest. We lopen door het hoge natte gras en kijken naar boven naar de hoge bomen. Daar hangt iets. Wat zien we daar? Loes ontdekt het, ik hoor haar en anderen roepen: “Peren, allemaal peren! Kijk toch eens hoog in die bomen, wat een peren!” roepen we enthousiast naar elkaar. En ja hoor, we trappen er op. Onder de natte bladeren in het groene gras ligt het hier bezaaid met honderden peren.

We zijn in een oude boomgaard beland in de buurt van de vroegere Emdaborg.
We zijn in een oude boomgaard beland.

Ongelooflijk, we weten niet wat we zien. We rapen ze van de grond, de meesten zien er nog goed uit ook. Zonde, die peren, voer voor vogels, liggen te rotten op de grond. Zijn het harde groene Gieser Wildeman stoofperen of zouden het handperen zijn? Ik vind het een grappig gezicht want wij staan nu allemaal gebukt naar de grond te turen en we rapen maar door. Ik zie handen vol met peren die de jaszakken vullen. Ali heeft nog een broodzak, die is snel met peren gevuld. Broekzakken en jaszakken puilen al uit, en ook de capuchon van Jan staat al bol van de peren. “Weet je wat, denk ik, ik maak van mijn fleurige sjaal een tasje.” Dat is handig, ik knoop de punten bij elkaar, daar kunnen heel wat peren in. We zijn vindingrijk, Anje gebruikt haar jas als tas. Ik kijk om me heen en trap op een ander soort, wel heel dikke geel met bruine handpeer, aangevreten door vogels. We kijken nog eens omhoog. “Hoe oud zouden deze perenbomen wel niet zijn en wat zouden zij ons te vertellen hebben?”denk ik bij mezelf.

Op verschillende manieren nemen we peren mee: in sjaaltjes, in de capuchon, in de hand en in een plastic zak.
Op verschillende manieren nemen we peren mee,  in een sjaal, in de capuchon, in de hand en in een plastic zak.

“Kijk, zegt iemand, het is goed te zien dat dit hele oude bomen zijn en dat dit eens een boomgaard was. Wie weet hoorde dit bij de boomgaard van de boerderij ‘Lusthorst’ die hier lang geleden stond samen met de verderop gelegen borg ‘Emdaborgh’. Het was een deftig huis met schuren, tuinen en bos. Het eerste buitenhuis dat hier is gebouwd met het naastliggende hakbos, is wel heel erg oud, waarschijnlijk uit de 15e eeuw. Ook is op dit terrein een eendenkooi en vijver geweest. Het aardige is dat in de 19e eeuw twee artsen in die vijver medicinale bloedzuigers kweekten die gebruikt werden voor aderlatingen.” Vol verwondering kijken we om ons heen naar deze stille oude bomen met al die peren op bijzonder grond. Eens stonden hier buitenhuizen met klinkende namen als ‘Popkenhof’, ‘Zorgvrij’ en de boerderij ‘Lusthorst’. Deze plek voelt als een geheim met een rijk verleden.

De Emdaborg heeft hier gestaan.
De Emdaborg heeft hier gestaan.

Als we deze oogstplek verlaten zie ik ze ineens kaarsrecht zitten. Twee schattige paars lila bloemen die op crocussen lijken, zou  de herfst de lente al binnen halen?  Zou dat echt de crocus zijn? Mijn zusje Tjitske, die veel namen van planten kent, vertelt me later dat dit de giftige  herfststtijlloos zou kunnen zijn. Thuis zoek ik het na en het lijkt me dat dit inderdaad de herfststijlloos  is. Bijzonder verrassend vind ik het om zo’n zeldzame plant te ontdekken!

We lopen nu flink door want we hebben koffiedorst. Ali zet heerlijke pittige koffie en snijdt zelfgebakken bananenbrood in stevige plakken.
Het smaakt ons heerlijk. Ook is het weer oergezellig, we praten heel wat af. Tassen vol met peren staan in de gang. We delen stoofpeer recepten uit, lekker stoven in bosbessensap, wijn of perenrood, het water loopt me nu al in de mond..

Gebak met verschillende vruchten.
Heerlijk bananenbrood.

Op tafel ligt een klein leerzaam boekje met artikelen over de buitenhuizen uit vroegere tijden. Hoofden buigen zich er overheen. Gezelligheid kent geen tijd. Verschrikt kijken we op de klok. Iemand roept: “Ik moet gaan, het is al weer 13.00 uur geweest.” De peren worden gedeeld en verdwijnen in de fietstassen. Stil lopen we weer terug over het knisperende tapijt van bladeren. Ik denk aan al die keukens waar vanmiddag peren in de pan zachtjes staan te geuren en te stoven. Voor perenrood fiets ik nog naar de winkel langs straten met namen als Emdaborg, Lusthorst en Zorgvrij. Mooi dat de herinnering aan het verleden zo bewaard blijft. Vanmiddag schil en stoof ik heel wat peren in bosbessensap, wijn en perenrood. Donkerrood liggen ze glanzend in de pan. Een stoofpot van zoervleis een echt Limburgs recept zal er lekker bij smaken, dat ga ik ook nog maken. Deze oer Hollandse gerechten, een delicatesse, dat zal smullen worden!

Een gedachte over “De woensdag wandelclub struikelt over de peren waar eens de Emdaborg stond.

  1. Goedemiddag Anneke,

    Ik ben niet zo van de lezerigen. Maar na de enthousiaste digitale reacties van Ali en Sjaakje ben ik er toch eens extra voor gaan zitten. En ik ben blij dat ik dat gedaan heb. Echt een heel mooi – en gevoelig geschreven – verhaal. Met ook nog eens een recept hoe de peren lekkere te bereiden. Dat ga ik van de week opvolgen!
    Tot op de volgende wandelclub. Feike

    Like

Plaats een reactie