Een verrassend oefenrondje Veen- en Zand Camino 2017.

“Een fietstocht maken met regio Groningen-Drenthe van het Genootschap van Sint Jacob, dat is leuk, zeggen we tegen elkaar. Dan kunnen we mooi onze nieuwe Santos fietsen uitproberen.”

Door eindeloos lang uitgestrekte weidse velden rijden we het stille Veendam binnen. Het is 6 mei zaterdagmorgen en nog fris en koud buiten. Maar bij het Buurthuis Noord-West klinkt gezellig geroezemoes van stemmen. Lekker koffiegeur komt ons tegemoet en een warme hand van bestuursleden begroet ons. Ik zie een zaal  waar ‘s’avonds een bingo avond is. Wat grappig, op het podium staan vele prijzen, een vleespakket theedoeken en nog veel meer.   Maar nu is deze ruimte vol vitale mensen, achter de bar staan ijverige Groningers die ons koffie en cake aanbieden. Mensen met twinkelende ogen delen enthousiast hun pelgrimsverhalen met elkaar. De sfeer van de camino is direct aanwezig, deze groep heeft er duidelijk zin in! Zin in lopen, fietsen en elkaar ontmoeten. “Over precies een jaar dan ben ik daar”, hoor ik iemand zeggen die op de foto wordt gezet. Haar vinger wijst naar het goudgele graan op de grote poster van de Meseta in Spanje. Dan ben ik onderweg naar Santiago, o ik heb er toch zo ongelooflijk veel zin in..!”

Wat een uitgestrektheid in de Veenkolonieen.

Na het welkom van Gerry Buitinck volgen er enkele de mededelingen en vragen. Wie wil zijn pelgrims ervaringen delen aan nieuwkomers en wie wil het bestuur versterken? De lopers gaan op pad met een beschrijving van de wandeling die Albert Gort heeft samengesteld. Zijn zoon heeft vanmorgen vroeg gecontroleerd of de pijltjes van de wandeling niet omgedraaid zijn. Is dit niet fantastisch? Er klinkt applaus. Een lang lint van wandelaars vertrekt uit het zicht.

We gaan weer op pad. (Panoramofoto, klik of dubbelklik voor een helder beeld)

Wij stappen op de fiets. Het groepje fietsers is maar klein. “Hé, ik ken jou, je stem komt me zó bekend voor, hoe is je naam?” Een sportieve vrouw kijkt me met verbaasd blauwe kijkers aan. “O, nu herken ik je”, en ze noemt mijn naam. Er begint me iets te dagen. Ineens herken ik Jannie ook.  Wat een verrassing, nooit had ik gedacht dat we elkaar nog eens zouden zien! Het is ruim veertig jaar geleden dat we samen naar zwangerschapsgymnastiek gingen, Sinterklaas vierden en naar de boerderij van haar ouders in Thesinge fietsten. Allemaal herinneringen komen bovendrijven, toen is weer nu. Hoe is het mogelijk, Jannie rijdt op precies dezelfde witte Gazelle sportfiets waarop ik naar Rome en Santiago ben gefietst! Onder het fietsen raken we niet uitgepraat, maar we luisteren ook naar wat Klaas Niemeijer ons te vertellen heeft over de omgeving.

Klaas heeft een mooie tocht uitgestippeld door dit veenkoloniale gebied. We fietsen door Muntendam en Veendam, Zuidbroek en naar de lintdorpen Borgercompagnie en Tripscompagnie waarbij de huizen langs kanalen zijn gebouwd. Wat wordt daar bij die grote velden toch geoogst? Op karren staan stapels kistjes, aspergestekers begroeten ons.  We zien enorm grote herenboerderijen maar ook kleine huisjes. Muntendam stond bekend als het roodste dorp van Nederland vanwege het grote aantal stemmen dat uitgebracht werd op de CPN en het PvdA. Geen wonder, het verschil tussen arm en rijk was vroeger groot. De wind is gemeen koud, in deze vlakte staat een behoorlijk fris windje, we moeten flink trappen met tegenwind, maar later op het grindpaadje naast een klein bosje is een weldadige luwte. Naast het pad bloeien felgele paardenbloemen, pinksterbloemen, paars blauwe boshyacinten en fluitenkruid, ik geniet. Voorzichtig komt de zon erbij, van fietsen word je warm, mijn vest kan uit. We belanden bij de ‘Heemtuin’ en ik ruik soep. Het zonnetje schijnt helderder en de soep smaakt heerlijk. We eten ons broodje en rijden weer dapper verder.

Ondanks een koud voorjaar komen er toch al mooie bloemen tevoorschijn in de Heemtuin.

De weidse vlakte, kaarsrechte wegen en verre uitzichten vallen op. We fietsen langs een veenkanaal en dan staan we recht tegenover een inmens grote grijze polder met de horizon ver weg. De ijskoude wind blaast in ons gezicht, fietsers met wapperende haren rijden voorbij. “Altijd een koude wind hier”, denk ik bij mezelf. Klaas wijst ons op de Tusschenklappenpolder, de polder die onder water kwam te staan om te voorkomen dat Winschoten in oktober 1998 zou onderlopen. We fietsen verder langs het kanaal. Ik zie een gele stip in de verte aankomen. Een man op een brommer in felgeel jack met reflecterende strepen passeert. Er komen er nog meer, steeds maar weer. Zij moeten de bruggen open draaien, die ruimte moeten geven aan die enkele plezierboot die vandaag langs vaart. Daar gaan de mannen in gele pakken op hun brommer van brug tot brug, wat een grappig gezicht is dit!

Een van de vele voetbruggen wordt geopend voor een boot.

In Muntendam bij de PKN- kerk wappert het rood wit blauwe lint van de krans die eergisteren is gelegd bij een verzetsmonument. We stappen van de fiets. Binnen is het warm, de lopers zitten al in de kerkbanken. Er is koffie en cake en we krijgen van de organist uitleg over het Van Oeckelenorgel. Maar wat hij het liefst wil is spelen op dit mooie instrument. Terwijl hij speelt zingt hij ook enthousiast mee, wat is dit leuk! Er is een verzoeknummer. Het toepasselijke lied : ‘Waarheen pelgrims, waarheen gaat gij….’ klinkt. Er is applaus voor de organist en vele wandelschoenen lopen over de drempel naar buiten.

Even pauze in de kerk van Muntendam

Het wordt al later en we hebben nog een mooi afsluitend fietsrondje te gaan. We nemen afscheid van de kanalen, grote herenboerderijen en kleine huisjes. Mijn gedachten gaan terug naar vroeger toen de veenarbeiders zich hier van de vroege morgen tot de late avond halfdood werkten. Hele gezinnen werkten mee, ze woonden in die arme vochtige koude huisjes, de kindersterfte was hoog. Bescherming voor de veenarbeiders was er niet, ze werden uitgebuit.. Ik denk aan nu. De gaswinning in onze provincie. Het is niet eerlijk hoe er met de Groningers die schade hebben wordt omgegaan het lijkt alsof het verleden zich herhaalt..

De borg “Welgelegen” bij Borgercompagnie.

We rijden door Sappemeer terug richting Tripscompagnie langs een prachtig buitenverblijf. De Veenborg “Welgelegen” is wel een heel unieke locatie. Omgeven door mooie hoge bomen, een fraai park en omringd door een gracht krijgt deze buitenplaats een voorname uitstraling. Het is heerlijk om nog even in de luwte door het Adriaan Tripbos met zijn bloemen, heideterrein en plas te fietsen. Het is een welkome aanvulling naast de kaarsrechte wegen met felle tegenwind. We zijn weer terug in het Buurthuis Noord-West in Veendam. En hoe fietst nu mijn Santos fiets? De fiets fietst heerlijk licht, alleen dat harde zadel wil ik omwisselen.
Het is tijd voor het traditionele Café St. Jacques. Het is weer gezellig, onder genot van een drankje nemen we afscheid van elkaar en adressen worden uitgewisseld. Het was een fijne dag, we waren weer even op camino, bedankt Gerry, Lily, Gerard en Klaas!

WE HEBBEN OOK EEN KORT FILMPJE GEMAAKT. WILT U HET ZIEN? KLIK HIER

2 gedachtes over “Een verrassend oefenrondje Veen- en Zand Camino 2017.

  1. Anneke, wat weer een sfeervol verhaal.

    Even over het van Oeckelenhoforgel. De orgelfabriek stond in Harenermolen, dat heb ik vast wel eens verteld.
    groetjes Ali

    Like

Plaats een reactie